Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek komt naar voren dat tien procent van de mensen in de bijstand langer dan vijftien jaar afhankelijk is van die uitkering. Dit betreft voornamelijk ouderen van boven de 45 jaar en laagopgeleiden. Deze groepen zitten vaak langer in de bijstand dan andere groepen.
Het CBS heeft dan ook onderzoek uitgevoerd naar mensen die bijstand ontvangen en de periode dat ze deze uitkering ontvangen. De overheid probeert daarnaast al langere tijd om uitkeringsgerechtigden aan het werk te krijgen. In de meeste gevallen hebben de verschillende gemeenten dan ook meer verantwoordelijkheden gekregen, als gevolg van de Participatiewet.
Echter zit 75 procent van de bijstandspopulatie na een jaar nog steeds in de uitkering. Hierbij bestaat het overgrote deel van deze bijstandspopulatie, ongeveer 65 procent, uit laagopgeleiden. Onder laagopgeleiden worden mensen verstaan die geen startkwalificatie hebben, wat neer komt op een diploma op mbo2 niveau.
Sinds 1 januari 2015 is de Participatiewet ingegaan. Iedereen die kan werken, maar daar ondersteuning bij nodig heeft, valt onder deze nieuwe wet. Deze wet is opgesteld om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen, of zij nu wel of geen arbeidsbeperking hebben maakt hierbij niet uit. Daarnaast vervangt deze nieuwe Participatiewet een aantal andere wetten, zoals de WWB, WSW en de Wajong. Naar eigen zeggen heeft deze Participatiewet al meer dan 10.000 banen opgeleverd voor mensen met een arbeidsbeperking.
Binnen de Participatiewet is ook een grote rol voor de gemeente weggelegd. Zo bepaalt onder andere de gemeente waarin je woonachtig bent welke ondersteuning je krijgt. Dit bepaalt de gemeente door samen met jou te kijken welke ondersteuning je nodig hebt om snel een baan te kunnen vinden. De voorkeur ligt hierbij het aanpassen van de baan die je bij je huidige werkgever hebt. Wanneer dit niet binnen de mogelijkheden valt wordt naar andere middelen gegrepen. Hierbij bepaalt de gemeente welke ondersteuning zij bieden.
Onder andere je huidige werkplek kan worden aangepast, zodat je de werkzaamheden weer kunt uit voeren. Ook kan er gezorgd worden voor een zogenoemde jobcoach. Deze coach kijkt samen met jou naar de mogelijkheden en wensen die je hebt. Ook kan voor beschut werk worden gezorgd. Dit houdt onder andere in dat je een uitgebreide begeleiding en aanpassing van je werkplek krijgt. Ten slotte heb je ook recht op loonkostensubsidie wanneer je onder de Participatiewet valt. Het is dan ook mogelijk dat je een pensioen opbouwt over je loon, echter hangt dit af van de pensioenregeling die je geniet. Wanneer je minder productief bent, door ziekte of handicap, kan de werkgever dan ook een subsidie krijgen om het verschil te compenseren tussen je uiteindelijke productiviteit en het minimumloon.